Sinds de oertijd wonen er mensen in de Pyreneeën, wat uit de ruim 60 grottekeningen blijkt in het Parque National de la Sierry y los Canones de Guara. In het millenium voor onze jaartelling trokken Kelten over de Pyreneeën en vermengden zich met de lokale Iberiërs. Resten van deze Keltische druïdecultussen zijn nog terug te vinden in dolmen. Rond 194 voor Christus onderwerpen de Romeinen de streek waar het logeerhuis in ligt. Een mooi overblijfsel uit de Romeinse periode is de stad Labitolosa, dat goed gepresenteerd kan worden omdat er nooit een stad op is gebouwd. Rond 350 na Christus onderwierpen de Visigoten het Iberisch schiereiland. Toen die bij onderlinge twisten de Moren om militaire hulp vroegen, leidde dit tot de inval van 711. Een jaar later veroverden de Moren Catalonië en brachten hun beschaving mee. Een aantal prachtige plaatsjes zoals Alquézar zijn van Moorse origine.
Karel de Grote
In 795 probeerde Karel de Grote Spanje te veroveren, maar dat is niet gelukt. Wel ontstond er in Spanje een Frankische Mark, een bufferzone tussen het Frankische rijk en de Moren bestaande uit tal van graafschappen met burchten (cattlá) op een dagreis te paard uit elkaar. Zo kwamen de graafschappen Catalunya en Castilla ook aan hun naam. En het is nog steeds een streek vol met burchten en kastelen. Volgens overlevering waren Huesca (Osca), Roda de Isabena (Rota), Llerida (Hilerda) en Sort (Orgellis) de belangrijkste steden in de Karolingische tijd van deze regio.
Karolingische graafschappen
Eén van de vele Karolingische graafschappen was Aragón. In 1037 bestreek dat nog een onaanzienlijk deel van Spanje (de zuidelijke grens liep waarschijnlijk door LasPaúles), maar het was wel één van de vier christelijke staten, die nooit door de Moren is veroverd. Deze vier staten hebben uiteindelijk Spanje op de Moren terugveroverd en het christendom teruggebracht. Zo stamt het klooster van San Juan de la Pena bij Jaca, dat tot 1097 de hoofdstad van Aragón was. Na de verovering op de Moren werd vanaf 1118 Zaragoza de hoofdstad. In deze stad is nog Moorse architectuur te vinden zoals het paleis Aljaferia uit de 10e eeuw. Na de herovering mochten de Moren blijven en dit leidde tot een unieke architectonische stijl: de Mudéjarstijl. Mudéjar is een verbastering van het Arabische woord mudayyan, wat “zij die mogen blijven” betekent. In deze periode werden er in Aragón vooral kerkelijke gebouwen opgericht in deze bouwstijl, die een voortzetting is van de mozarabische stijl vermengd met Christelijke elementen. Dat waren in eerste instantie romaanse elementen uit Lombardije, waarna zich een eigen Spaans Romaanse stijl ontwikkelde. Meer dan 150 bouwwerken zijn door Unesco als werelderfgoed geclassificeerd.
Door huwelijken werden de vier staten verenigd tot er tenslotte twee overbleven: Castilië en Aragón. Met het huwelijk van Ferdinand II van Aragón met Isabella I van Castilië in 1469 ontstond Spanje.
Naast voornoemde historische plaatsen kent Aragon nog tal van attractieve uitstapjes: De dinosaurusroute in Arén; de geologie van de rode rotsen; de grot van de holenberen in Tella; Castillo de Loarre en Het klooster San Victorián uit de 11e eeuw; de Catalaans Romaanse kerkjes in Vall de Boí; Sabinanigo, het Madurodam van de Pyreneeën; het middeleeuwse dorp Montsec; Graus, ooit de hoofdstad van het graafschap Ribagorza; Het relaxte centrum van Huesca of het moderne Zaragoza.